Legende: De Mechelse Herberg
De Veluwe staat bekend om zijn geheimzinnige sagen en legenden. Verhalen van vroeger, van generatie op generatie doorverteld. Volksverhalen vol bijgeloof, maar vaak met een kern van waarheid. Dit verhaal gaat over de Mechelse herberg.
Op een avond in het najaar volgde een marskramer de Hessenweg in de buurt van Planken Wambuis. De kramer hoopte Herberg Planken Wambuis te bereiken voor het donker, maar het noodweer sloeg toe. Hij werd gedwongen dichterbij schuilplaats te kiezen, bij een oud vervallen logement: de Mechelse herberg. De herberg had een slechte naam en over de herbergier, die ‘Rooie Berend’ genoemd werd, gingen vreemde verhalen de ronde. Daarom klopte er bijna nooit gasten aan bij de Mechelse herberg.
De marskramer kreeg door de …
De Veluwe staat bekend om zijn geheimzinnige sagen en legenden. Verhalen van vroeger, van generatie op generatie doorverteld. Volksverhalen vol bijgeloof, maar vaak met een kern van waarheid. Dit verhaal gaat over de Mechelse herberg.
Op een avond in het najaar volgde een marskramer de Hessenweg in de buurt van Planken Wambuis. De kramer hoopte Herberg Planken Wambuis te bereiken voor het donker, maar het noodweer sloeg toe. Hij werd gedwongen dichterbij schuilplaats te kiezen, bij een oud vervallen logement: de Mechelse herberg. De herberg had een slechte naam en over de herbergier, die ‘Rooie Berend’ genoemd werd, gingen vreemde verhalen de ronde. Daarom klopte er bijna nooit gasten aan bij de Mechelse herberg.
De marskramer kreeg door de herbergier een oud hok aangewezen om te slapen. Hij deed zijn mars af en viel in slaap. Maar de waard had hem in de gaten gehouden en had een misdadig plan bedacht. De kramer had heel veel geld bij zich en nu hij sliep wel heel makkelijk om hem te overvallen en voor eeuwig te doen zwijgen. Niemand die het zou merken… In het holst van de nacht sloeg de waard toe. De volgende morgen, toen de zon nog maar net op was, begroef de waard het lichaam van de kramer in een kuil, diep onder de grond.
Er ging heel wat tijd voorbij, voordat men de marskramer miste en de mensen gingen nadenken. Men had hem het laatst gezien in de buurt van de Mechelse Herberg. Geruchten gingen rond en de herbergier werd door de schout achter slot en grendel gezet. Deze hield vol dat hij onschuldig was, en ontkende ten stelligste dat hij de kramer ooit had gezien. Men doorzocht het terrein van de herberg, maar vond niets. Toen zagen twee bosarbeiders een enorme voorraad aardappels in een kuil liggen. Dat was vreemd, wat moet een man alleen met zoveel voorraad? De kuil werd open gemaakt en daar vond men de dode kramer.
De herbergier werd terechtgesteld, maar na zijn dood kon zijn ziel nergens rust vinden. Op stormachtige najaarsavonden verschijnt hij als een brandende gedaante, als een ‘vuurman’ die ronddwaalt langs de afgelegen wegen van de Veluwe. Op de plaats, waar eens de oude, verwaarloosde herberg stond, is nu een diepe inzinking in het terrein. Die staat nog altijd bekend als de Mechelse Kuil. Je ziet deze kuil nog in het landschap, ongeveer halverwege tussen knooppunt 73 en knooppunt 58.
Deze legende is onderdeel van de ruiterroute Dagtocht Sagen en Legenden.