In de lente van 1945 is de tweede wereldoorlog bijna voorbij. Na Operation Market-Garden is een groot deel van het zuiden en oosten van Nederland bevrijd. Boven de grote rivieren is het land echter nog steeds bezet en in de grote steden heerst honger.
Voedseltransport op 200 vrachtwagens
Eind april 1945 onderhandelen de geallieerden met de Duitsers om de hongersnood in het westen te verlichten. Op 30 april sluiten ze het Akkoord van Achterveld. Britse en Amerikaanse bommenwerpers mogen boven het westen voedsel droppen. Deze voedseldroppings staan bekend als Operatie Manna en Operatie Chowhound. Wat minder bekend is, is dat er ook voedsel getransporteerd is over de weg. De Canadezen geven deze operatie de naam Faust. 200 Britse en Canadese vrachtwagen rijden tijdens Operatie Faust vanaf voedselopslagplaatsen in Oss, Den Bosch en Nijmegen naar het hongerlijdende westen.
Biscuits, blikken vlees, gecondenseerde melk, suiker en zout
Op 2 mei 1945 starten deze voedseltransporten. Onder meer biscuits, blikken vlees, gecondenseerde melk, suiker en zout worden door Britse vrachtwagens vanuit het depot op het ENKA-terrein in Ede naar de Nude gebracht. Dit is het niemandsland tussen Wageningen en Rhenen. Ondertussen transporteren Canadezen vanuit het depot in Nijmegen voedselpakketten naar de Nude. Ook vanuit Oss en Den Bosch vinden voedseltransporten plaats.
Richting Utrecht
Bij de Nude laden burgers de geallieerde vrachtwagens uit, omdat de Duitsers de lading willen controleren. Vervolgens wordt de lading weer ingeladen. De geallieerden mogen het bezette westen van Nederland niet binnen gaan. Daarom rijden Nederlandse burgers de door de geallieerden gedoneerde vrachtwagens verder richting Utrecht. Hier wordt het voedsel opgeslagen voor verdere distributie.